naar preek 16 jan 2005 Pniel-Utrecht

naar homepage
ole.gif

 

 

 

 

 

 

ds Rob van Essen                                                                                                           Bethel, 9 januari 2005

 

'Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.'Matth. 3:17

 

Een nieuw jaar. Een nieuwe tijd is aangebroken met de verschijning - epifanie - van onze Heer. Uit de verborgenheid treedt Hij daar bij de Jordaan te voorschijn. Een feest, alhoewel, Johannes de Doper is niet echt een feestganger. Zou hij, zoals Jezus, de wijnvoorraad aangevuld hebben in Kana, deze asceet? Het oordeel verkondigt hij: de bijl ligt aan de wortel der bomen, de wan is in zijn hand!

Wonderlijk genoeg komen er toch veel mensen naar Johannes luisteren. En ze worden overtuigd, want ze lieten zich dopen onder belijdenis van zonden. 'Zonde', dat lijkt geen gangbaar artikel meer.

Bij veel ouderen is weerzin tegen een prediking waar het accent ligt op de zonde en ons zondaar-zijn. Vroeger werd je de zonde aangepreekt, zei iemand tegen mij. Veel verder dan onze ellende kwamen we niet.

 

Misschien wisten we vroeger in de kerk wel te precies wat zonde was en wie een zondaar was. Voor veel kerkmensen was zonde alles wat tegen de burgermansmoraal in ging en moest je zondaren vooral buiten de kerk lokaliseren. In de ‘wereld. Gelukkig ontfermde het Leger des Heils zich over de gevallenen. Natuurlijk, de nette mensen in de kerk waren ook zondaren, maar je merkte het niet! Ze leden er ook niet onder, maar waren best tevreden met zichzelf.

 

In de Heidelberger Catechismus wordt gevraagd: 'Waaruit kent gij uw ellende?' Het antwoord is: 'Uit Gods wet'. Niet uit onze gevoelens dus! Al het gejammer in bepaalde kringen over onze zondigheid, zou wel eens vroom verpakte hoogmoed kunnen zijn. Men is er bijna trots op! Het heeft de gevoelswaarde van een soort klublidmaatschap: bij ons wordt tenminste nog over de zonde gepreekt! Hier hoor je nog dat de mens niet in staat is tot enig goed. Dus zit het wel goed bij ons! Bij ons zijn de kerken nog vol, begrijpt u wel?

 

Maar ook als we ons niet schuldig voelen, zegt dat nog niets. Als de belijdenis de Schrift naspreekt dat wij zondaren zijn, dan hoeven wat dat niet te voelen. Het gaat erom dat we leren God gelijk te geven! Er gaat een verblindend licht op in je duisternis, zegt de profeet. En met knipperende ogen zegt Paulus: ‘Ik weet dat er in mij geen goed woont.’ Het goede dat wéét ik wel, maar het doen... ik doe niet wat God wil!’ Het probleem van het zondaar-zijn is dat we niet doen wat God wil, ja, zelfs niet wat we zelf willen! Hoe vlug lopen onze goede voornemens van Oudejaarsavond niet op de klippen.

 

Ach, met of zonder onze goede voornemens draait de wereld toch wel door. Maar waar wij mensen Gods wil niet doen, zijn we mee verantwoordelijk voor een ramp. Zonde is opstand. De wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde, zegt de psalmist (psalm 2). Wij willen deze Koning niet! En Johannes de Doper zegt die levenshouding het oordeel aan.

Niet omdat hij er plezier in heeft de boeteprediker uit te hangen en zich ver boven de mensen verheven voelt. Nee, hij is van hetzelfde soort. Daarom zegt hij tegen Jezus: 'Ik moet U niet dopen, maar heb nodig door U gedoopt te worden!' De ware profeet buigt zich onder hetzelfde oordeel waaronder allen vallen.

 

Johannes staat in de schaduw van die na hem komt: de Messias van Israel. In de ontmoeting met deze Koning beseffen mensen hun zonde. En allen knipperen wij tegen het licht in de ontmoeting met Jezus! Jezus’ verschijning ontmaskert alle farizeïsme - de gedachte dat anderen moeten veranderen maar ik niet. Daaraan gaan kerk en samenleving kapot. ‘O Ja, we zijn allemaal kleine vervuilers. Maar zolang de grote vervuilers niet aangepakt worden, verander ik mijn levenspatroon niet’. Zolang we naar elkaar blijven wijzen en de zwarte piet blijven doorspelen, zit de zaak onwrikbaar vast.

Daarom moet er gedoopt worden.

Daarom klinkt de boodschap van Johannes de Doper: Keer om! Want de doop is een kritisch teken. Juist in deze dagen realiseren we ons dat de taal van het doopvond, van het water allesbehalve onschuldig is. Het is ondergang en doorgang: wie er levend doorkomt moet helemaal opnieuw beginnen.

De doop is ook teken dat wij van nature één pot nat zijn.

Waar de doop tot het burgerlijk fatsoen was geen behoren, was deze verwaterd en had z’n kritisch karakter verloren. In de 19e eeuw lieten veel Joden zich dopen, omdat ze alleen dan economisch en sociaal mee mochten doen.

 

Tot de ergernis van het evangelie behoort namelijk dat het een breuk met ons verleden markeert. Maar wie zich nooit aan het evangelie ergert -‘ tot een val en opstanding (NBG51)’, zei Simeon tegen Maria - wie nooit in de crisis komt door het woord van de profeten, die kan zich ook niet verheugen over het goede nieuws! Die kent niet het ‘binnenpretje’ waar van Ruler over sprak, dat Gods ‘ja’ over deze werkelijkheid sterker is dan alle ‘verneinung’ die plaats grijpt. Het gaat om de beweging van oud naar nieuw in het evangelie.

Maar wie kan die maken?

Daarom is het goed dat Johannes vanmorgen onze weg kruist.

Geen vrolijke man, maar wel ootmoedig.

Hij stelt zich niet boven, maar gaat naast ons staan.

En naar mensen die niet zo hoog van de toren blazen wil ik wel luisteren.

'Wie ben ik ', zegt Johannes. Hij die na mij komt, die zal dopen met de Heilige Geest en met vuur. Op het Isenheimer altaar in Colmar (Frankrijk) is Johannes de Doper afgebeeld met een verhoudingsgewijs waanzinnige grote wijsvinger: Hij is één en al heenwijzing naar het Lam Gods. Naar Israels Koning wijst hij.

 

Jezus komt bij hem staan daar aan de Jordaan en staat erop door hem gedoopt te worden. 'Het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen'. Johannes begrijpt dat niet - evenmin als wij. Maar de koning van Israel is de mens die buigt onder het oordeel van God. Jezus gaat door de crisis heen en ‘wendt het blinde lot tot zegen’ (LdK 166). Jezus laat zien wat waarachtige bekering is. Niet een eenmalige emotie - close up in beeld gebracht als een bekende Nederlander God zoekt., maar het is God gelijk geven!

Buigen onder Zijn woord ....en opnieuw beginnen. Partners zoeken voor die beweging.

Wat wij altijd doen is de zonde excuseren. We zoeken verklaringen, verzachtende omstandigheden voor ons handelen. Zo nemen we onze eigen zonde - en die van anderen - nooit ernstig.

Maar Jezus zoekt geen verzachtende omstandigheden.

Hij pleit zichzelf niet vrij - terwijl Hij de enige was die dat met recht had kunnen doen! - maar daarmee had Hij zich voorgoed van ons onderscheiden. Dat was het einde van de solidariteit en de liefde geweest. Gods gerechtigheid wordt vervuld! 'Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.'

Wat Jezus daarmee glashelder maakt is dat de zonde niet ‘gevoeld, maar geloofd moet worden. Ons zondaar-zijn ligt er niet dik boven op, het is ook niet een ethische categorie. Waaruit kent gij uw ellende? Uit Gods wet! God zegt dat onze wegen wegen van onheil zijn, ook al voelen wij dat anders!

 

Daarom, mens keer je om!

In de omkeer vervult Jezus, samen met Johannes, samen met u en mij, de gerechtigheid. Al omkerende bemint Hij ons en plaatst ons in de vrijheid. En al omkerende volgen wij Hem op die weg! En weg door de diepte, in verbondenheid met allen die zuchten naar een nieuw begin. Zo vervult Jezus de gerechtigheid.

Niet door het goede dat Hij te bieden heeft.

Het oeroude misverstand is dat wij tegenover de zonde iets op de weegschaal moeten leggen. Jezus staat pas aan het begin. Maar de gerechtigheid wordt vol nu deze mens God koninklijk gelijk geeft.

 

Wat is daarom het evangelie van deze dag, op het feest van Jezus’ doop? Het goede nieuws is dat wij onszelf niet aan onze haren uit het moeras hoeven te trekken. Wij hoeven ons niet te bekeren van zondaar tot heilige. Dat kunnen we niet - maak jezelf toch niets wijs.

Jezus doet het onmogelijke.

Hij is op onze plaats gaan staan en heeft alle verhoudingen omgekeerd. Zijn doop is profetie van zijn kruisweg. Paulus schrijft: niet gemakkelijk zal iemand zijn leven geven voor een onschuldig mens, maar hoeveel minder zal iemand zijn leven inzetten voor wie terecht schuldig is verklaard (Rom 5,6-7). En dat is wat Jezus doet!

Hij is volstrekt solidair met ons in onze schuld - Hij is de ware verbondsmens.

 

Daarom ontspringt hier de lofzang.

Daarom klinken hier Gods woorden: Hij is het! 'Dit is mijn geliefde Zoon, de Mens die toekomst biedt'. Hij breekt de ban. Hij verbreekt de cirkel van onze vanzelfsprekendheden. Hij breekt door onze goddeloze borrelpraat heen. Door onze waarde-oordelen, waarmee we mensen steeds weer in een hokje stoppen en etiketteren. Alles keert Hij om.

Bij hem worden de eersten de laatsten en de laatsten de eersten.

Daarom is er voor ieder mens toekomst bij de God van Jezus.

 

De weg naar die toekomst gaat door lijden en dood heen, zeker.

'Zie, het Lam Gods'.

De vinger van Johannes wijst naar Jezus.

Het water van de doop wijst naar Jezus.

Brood en wijn wijzen naar Jezus.

In de Knecht van Jesaja 42 zien we de voorafschaduwing van Hem die het geknakte riet niet verbreekt, die een licht voor de volken is geworden.

Omhels de beloften van God die Hij in deze Jezus heeft gespeld en vervuld.

Daar alleen is toekomst, want wie op zelfgekozen wegen volhardt houdt geen stand in het gericht. In een wereld die het niet waagt met de liefde zegt iedereen maar wat hem voor de bek komt en wint het botte eigenbelang, of dat nu eigen identiteit of 'je leeft voor je eige' genoemd wordt. Maar Jezus heeft zich tegen de stroom gesteld en keert het lot tot zegen!

Geloof dit evangelie en leef in vrede!